In deze zaak heeft klaagster, de Gouverneur van Aruba, bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing op haar bevorderingsverzoek. Klaagster had op 22 januari 2021 verzocht om bevordering naar schaal 5 met terugwerkende kracht naar 1 oktober 2019. Aangezien verweerder, de Gouverneur, binnen de redelijke termijn van zes maanden geen beslissing had genomen, mocht klaagster aannemen dat verweerder had geweigerd op haar verzoek te beslissen. Het gerecht heeft vastgesteld dat het verzoek van klaagster een expliciet bevorderingsverzoek inhoudt, ondanks dat het een herhaling was van een eerder verzoek. Verweerder stelde dat klaagster te laat was met het indienen van haar bezwaarschrift, maar het gerecht oordeelde dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend. Het gerecht heeft het bezwaar gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen drie maanden schriftelijk op het verzoek van klaagster te beslissen. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan klaagster, begroot op Afl. 350,-. De uitspraak werd gedaan door mr. W.C.E. Winfield op 6 september 2021.