In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 19 april 2021 uitspraak gedaan op het bezwaarschrift van klager, die schadevergoeding vorderde op basis van artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La). Klager, werkzaam als hoofdingenieur bij de Dienst Publieke Scholen, had eerder een verzoek ingediend om bevorderd te worden en om tegemoetkoming in zijn studiekosten. Na een eerdere uitspraak van 7 september 2020, waarin verweerder was opgedragen om binnen drie maanden op het verzoek van klager te beslissen, had klager een bezwaarschrift ingediend omdat verweerder geen beslissing had genomen. Tijdens de zitting op 15 maart 2021 heeft klager in persoon zijn standpunt toegelicht, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.
Het Gerecht overwoog dat klager geen schade had geleden, omdat er inmiddels een advies was gegeven door de Departamento Recusto Humano (DRH) dat het bevorderingsverzoek en het verzoek om tegemoetkoming in studiekosten afwees. Het Gerecht stelde vast dat, hoewel verweerder geen beslissing had genomen, het niet met zekerheid kon vaststellen dat klager recht had op schadevergoeding, omdat het nog niet vaststond dat hij daadwerkelijk schade had geleden. De uitspraak van 7 september 2020 verplichtte verweerder niet om het verzoek van klager in te willigen, en het Gerecht concludeerde dat het bezwaar ongegrond was. De rechter benadrukte echter dat verweerder uit zorgvuldigheid nog steeds op het verzoek van klager moest beslissen.
De uitspraak werd gedaan door mr. N.K. Engelbrecht, ambtenarenrechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken, met een termijn van dertig dagen voor indiening.