In deze zaak heeft klaagster bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Gouverneur van Aruba om haar bevordering naar de rang van commies 1ste klasse in schaal 9 met ingang van 1 maart 2019 te weigeren. Klaagster, die sinds 1 juni 2009 de rang van commies bekleedt, heeft betoogd dat zij al eerder, namelijk vanaf 1 januari 2014, bevorderd had moeten worden. De Gouverneur heeft echter gesteld dat de functie van Medewerker Personeelsadministratie, die klaagster bekleedt, op 26 februari 2019 is geherwaardeerd op schaal 9, en dat klaagster pas vanaf die datum voldoet aan de functiewaarderingsvereiste voor bevordering.
Het gerecht heeft de processtukken en het verhandelde ter zitting van 15 maart 2021 in overweging genomen. Klaagster heeft aangevoerd dat de bestreden beschikkingen gebrekkig zijn gemotiveerd en dat zij feitelijk de functie van Staffunctionaris P&O vervult, die op schaal 11 is gewaardeerd. De verweerder heeft echter betoogd dat klaagster niet kan worden bevorderd naar een hogere functie zonder dat daar een formele herwaardering voor is. Het gerecht heeft geoordeeld dat de bestreden beschikkingen op goede gronden zijn genomen en dat klaagster pas vanaf 1 maart 2019 aan de vereisten voor bevordering voldoet.
De uitspraak van het gerecht is gedaan op 19 april 2021, waarbij het bezwaar van klaagster ongegrond is verklaard. Klaagster kan tegen deze uitspraak in hoger beroep gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken. De termijn voor het indienen van het beroepschrift is dertig dagen na de uitspraak.