In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 6 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen klager, een ambtenaar, en de Minister van Algemene Zaken, Integriteit, Overheidszorg, Innovatie en Energie. Klager had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Minister om zijn inkomen aan te houden, omdat hij niet had voldaan aan de oproep om zijn werkzaamheden te hervatten. De rechter oordeelde dat klager opzettelijk en in strijd met zijn verplichtingen had nagelaten zijn dienst te verrichten, wat leidde tot de beslissing om de uitbetaling van zijn bezoldiging te staken. Klager had meerdere oproepen ontvangen om zich te melden bij het Departamento Recurso Humano (DRH), maar had hieraan geen gehoor gegeven. De rechter concludeerde dat de gevolgen van klagers keuze voor zijn rekening en risico kwamen, en verklaarde het bezwaar van klager tegen de brief van 14 juni 2019 niet-ontvankelijk en het bezwaar tegen de brief van 5 juli 2019 ongegrond. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van ambtenaren en de gevolgen van het niet naleven van verplichtingen.