In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klaagster, een ambtenaar werkzaam bij het Departamento di Impuesto (DIMP). Klaagster was ontevreden over de ingangsdatum van haar bevordering naar de rang van commies 1ste klasse, die door de Gouverneur van Aruba was vastgesteld op 1 november 2018. Klaagster stelde dat zij recht had op bevordering per 1 november 2017, omdat zij meer dan twee jaar in de rang van commies had volbracht en een diploma had behaald. De Gouverneur had echter bepaald dat klaagster twee jaar dienstanciënniteit in de functie van heffingsmedewerker 1 moest hebben volbracht voordat zij in aanmerking kwam voor bevordering.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat klaagster per 1 november 2016 de functie van heffingsmedewerker 1 bekleedde en dat zij per 1 november 2017 voldeed aan de vereisten voor bevordering. Het Gerecht oordeelde dat de argumenten van de Gouverneur niet in overeenstemming waren met de geldende regelgeving. Het bezwaar van klaagster werd gegrond verklaard, en het bestreden landsbesluit werd vernietigd. De ingangsdatum van de bevordering werd gewijzigd naar 1 november 2017.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de ambtenarenrechtelijke regelgeving en de rechten van ambtenaren met betrekking tot bevorderingen. De rechter heeft de partijen geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak, met inachtneming van de gestelde termijnen.