In deze zaak heeft klager, die in persoon procedeerde, bezwaar gemaakt tegen het niet ontvangen van salaris over de maanden maart tot en met juli 2019. Klager had een arbeidsovereenkomst met de minister van Onderwijs en Gezin van Aruba, maar de ministeriële beschikking die zijn aanstelling als ambtenaar regelde, was ingetrokken. Het gerecht in ambtenarenzaken heeft op 10 februari 2020 uitspraak gedaan en zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het bezwaarschrift. De rechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de gouverneur de intentie had om klager als ambtenaar aan te stellen. Klager had geen rechtsmiddelen aangewend tegen de intrekking van de beschikking en er waren geen bijzondere omstandigheden die een aanstelling als ambtenaar konden rechtvaardigen. Het gerecht heeft de zaak doorverwezen naar de civiele rechter, aangezien het bezwaarschrift niet in behandeling kon worden genomen. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Soffers en is openbaar uitgesproken.