ECLI:NL:OGAACMB:2019:91

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
19 augustus 2019
Publicatiedatum
29 augustus 2019
Zaaknummer
AUA201900227
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen afwijzing verzoek om bevordering in ambtenarenrecht

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaarschrift van klaagster, die zich richtte tegen de afwijzing van haar verzoek om bevordering naar de rang van commies 1ste klasse. De zaak is ontstaan na een eerdere uitspraak van 1 oktober 2018, waarin het bezwaar van klaagster gegrond werd verklaard en verweerder werd opgedragen om binnen drie maanden op het verzoek te beslissen. Verweerder heeft op 24 oktober 2018 het verzoek afgewezen, waarna klaagster op 21 januari 2019 een bezwaarschrift indiende op basis van artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La). De zitting vond plaats op 24 juni 2019, waar beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Het Gerecht overwoog dat het bezwaar van klaagster thans alleen nog strekte tot vergoeding van de gemaakte proceskosten. Klaagster stelde dat zij kosten had gemaakt omdat zij de beschikking van 24 oktober 2018 pas na het indienen van haar bezwaarschrift had ontvangen. Het Gerecht oordeelde dat, volgens artikel 96 La, de ambtenaar bevoegd is een bezwaarschrift in te dienen indien niet of niet volledig gevolg is gegeven aan een rechterlijke beslissing. Het Gerecht concludeerde dat verweerder tijdig had beslist en dat er geen ruimte bestond voor toepassing van artikel 96 La.

De uitspraak leidde tot de slotsom dat het bezwaar ongegrond werd verklaard. De rechter gaf instructies voor het indienen van een hoger beroep, waarbij geen griffierecht verschuldigd is. De termijn voor het indienen van hoger beroep is dertig dagen na de uitspraak of na de toezending van de uitspraak.

Uitspraak

Uitspraak van 19 augustus 2019
Gaza nr. AUA201900227
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het bezwaarschrift ex artikel 96 van de
Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:
[KLAAGSTER],
wonende te Aruba,
KLAAGSTER,
gemachtigde: mr. R.P. Lee,
tegen:
de Gouverneur van Aruba,
zetelende te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: de heer A. Lumenier (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij uitspraak van 1 oktober 2018 van dit gerecht (GAZA nr. AUA201703405), is het bezwaar van klaagster gericht tegen het uitblijven van een nieuwe beslissing op haar verzoek om een bevordering, gegrond verklaard. In voornoemde uitspraak is verweerder opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klaagster te beschikken.
Bij beschikking van 24 oktober 2018 heeft verweerder het verzoek van klaagster om een bevordering naar de rang van commies 1ste klasse (schaal 9), afgewezen.
Klager heeft op 21 januari 2019 een bezwaarschrift ex artikel 96 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (hierna: La) ingediend.
De zaak is behandeld ter zitting van 24 juni 2019, alwaar partijen zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het bezwaar van klaagster strekt thans alleen nog tot vergoeding van de door haar gemaakte proceskosten. Daartoe heeft zij aangevoerd dat zij de beschikking van 24 oktober 2018 heeft ontvangen nadat zij onderhavig bezwaarschrift heeft ingediend, waarbij zij kosten heeft gemaakt.
2.2
Ingevolge het eerste lid van artikel 96 van de La is de ambtenaar bevoegd een bezwaarschrift bij het gerecht in te dienen, indien aan een bij onherroepelijk geworden rechterlijke beslissing opgelegde veroordeling niet of niet volledig gevolg wordt gegeven. Ingevolge het derde lid van dit artikel veroordeelt het gerecht, indien het bezwaar gegrond wordt bevonden, het betrokken lichaam tot vergoeding en stelt het met inachtneming van alle omstandigheden het bedrag der schadevergoeding vast.
2.3
Conform bestendige jurisprudentie van de Raad [1] kan de in artikel 96 La neergelegde bevoegdheid schadevergoeding op te leggen gelet op de bewoordingen van deze bepaling, slechts worden toegepast met terzijdestelling van de niet uitgevoerde uitspraak. Die uitspraak wordt aldus vervangen door een schadevergoeding. Dit artikel geeft niet de bevoegdheid om bij te late uitvoering van de uitspraak een schadevergoeding op te leggen of een als vooraf bepaalde schadevergoeding aan te merken dwangsom.
2.4
In dit geval is vast komen te staan dat verweerder op 24 oktober 2018, en dus binnen de daarvoor bij uitspraak gestelde termijn, gevolg heeft gegeven aan de uitspraak van dit gerecht van 1 oktober 2018. Gelet op het bepaalde in artikel 96 La, slaagt het verweer van verweerder dat nu hij tijdig heeft beslist er geen ruimte bestaat voor toepassing van artikel 96 van de La.
Het gerecht overweegt verder dat zelfs indien moet worden aangenomen dat verweerder niet tijdig gevolg heeft gegeven aan de uitspraak, omdat klaagster de beslissing pas na verloop van de in de uitspraak gegeven termijn heeft ontvangen, er voor toepassing van artikel 96 La evenmin ruimte bestaat.
2.5
Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat het bezwaar ongegrond is.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in ambtenarenzaken te Aruba en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 19 augustus 2019, in tegenwoordigheid van de griffier
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.

Voetnoten

1.Raad van Beroep in Ambtenarenzaken, 20 september 2007, ECLI:NL:ORBANAA:2007:BK4262