In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klager, de Gouverneur van Aruba, tegen een landsbesluit waarbij zijn bevorderingen naar schalen 5 en 6 zijn vastgesteld. Klager, werkzaam bij het Korps Politie Aruba, was van mening dat zijn bevorderingen eerder hadden moeten ingaan, namelijk per 1 maart 2007 en 1 maart 2011, en dat hij recht had op deze bevorderingen op basis van anciënniteit en gelijke behandeling ten opzichte van zijn collega's. Het gerecht overweegt dat volgens het vast beleid bevorderingen niet verder terugwerken dan drie jaren vóór het indienen van het bevorderingsverzoek. Dit beleid is in eerdere uitspraken bevestigd en doorstaat de rechterlijke toets. Klager had zijn verzoek pas in 2014 ingediend, waardoor de ingangsdatum van de bevorderingen in het bestreden landsbesluit in overeenstemming is met het beleid.
Daarnaast heeft het gerecht het beroep van klager op het gelijkheidsbeginsel verworpen. Klager kon niet aantonen dat zijn collega's, die eerder bevorderd waren, in gelijke gevallen ongelijk zijn behandeld. Het gerecht concludeert dat de beslissing van de verweerder om de bevorderingen niet eerder te laten ingaan rechtmatig is en dat het bezwaar van klager ongegrond is. De uitspraak werd gedaan op 10 juni 2019, en beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken.