8.5Gelijkheidsbeginsel
Een beroep op het gelijkheidsbeginsel kan slechts slagen indien blijkt dat gelijke gevallen, ongelijk zijn behandeld. Bij zijn beroep op het gelijkheidsbeginsel wijst klager op zijn collega’s [collega 1], [collega 2], [collega 3] en [collega 4], die volgens klager wel zonder het vereiste diploma naar schaal 9 zijn bevorderd. Voorts wijst klager op zijn collega [collega 5], die volgens klager ook niet voldoet aan de bevorderingsvereisten voor een gevangenispersoneel, maar die wel is bevorderd.
Naar het oordeel van het gerecht gaat het in casu niet om gelijke gevallen. Uit de overgelegde stukken is gebleken dat de collega’s [collega 1], [collega 2], [collega 3] en [collega 4] niet in schaal 9, maar in schaal 8 zijn ingeschaald. In het geval van collega [collega 5] gaat het om een gevangenispersoneelslid dat al jaren geleden elders ter beschikking is gesteld. Van gelijke gevallen die ongelijk zijn behandeld is er derhalve geen sprake. Gelet daarop kan het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet kan slagen.
9. In het licht van het vorengaande is het gerecht dan ook van oordeel dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen beslissen om het verzoek van klager af te wijzen.
10. Ter zitting en in de akte van 27 augustus 2018 heeft klager gesteld dat hij wegens zijn benoeming per 1 september 2014 in de functie van afdelingshoofd Binnendienst per die datum het recht heeft op inschaling in schaal 11, althans in schaal 9, vervolgens schaal 10 en vervolgens schaal 11.
Het gerecht overweegt dat deze stelling geen betrekking heeft op de bestreden beschikking. Hierdoor valt deze buiten de omvang van het geschil. Het gerecht zal zich daarom niet uitspreken over deze kwestie.
11. Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.
BESLISSING
De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, ambtenarenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 5 november 2018 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
- Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
- In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.