In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klaagster, een ambtenaar, tegen een landsbesluit van de Gouverneur van Aruba. Klaagster was op 8 februari 2017 in haar ambt geschorst, en op 27 oktober 2017 werd haar de disciplinaire straf van ontslag opgelegd, met de voorwaarde dat deze niet ten uitvoer zou worden gelegd als zij zich gedurende twee jaar niet schuldig maakte aan soortgelijk plichtsverzuim. Klaagster heeft op 15 maart 2017 bezwaar gemaakt tegen de schorsing, maar het gerecht heeft vastgesteld dat de schorsing eindigde met het nemen van het landsbesluit van 27 oktober 2017. Het bezwaar van klaagster is ongegrond verklaard, omdat haar belang bij het bezwaar is komen te vervallen. De rechter heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling aanwezig. De uitspraak is gedaan op 5 november 2018, en beide partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken.