Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
[Appellante]
de Gouverneur van Aruba
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet hoger beroep
niet-ontvankelijk.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken. De appellante, die in Aruba woont, was geschorst op grond van artikel 87 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht. De schorsing was ingesteld door de geïntimeerde, die op 23 mei 2014 het landsbesluit nam om appellante te schorsen in haar ambt. De appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze schorsing, maar het Gerecht heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. Hierop heeft appellante hoger beroep ingesteld.
De Raad heeft de zaak behandeld op 21 november 2017, waarbij beide partijen aanwezig waren. Na de behandeling is de zaak aangehouden om partijen de kans te geven tot een vergelijk te komen, maar dit is niet gebeurd. De Raad heeft vervolgens besloten om zonder nadere zitting uitspraak te doen.
De Raad overweegt dat voor de beoordeling van het hoger beroep procesbelang vereist is. Dit betekent dat appellante met het hoger beroep een resultaat moet kunnen bereiken dat voor haar betekenis heeft. De Raad constateert dat appellante, hoewel zij de schorsing als diffamerend heeft ervaren, geen feiten heeft aangedragen die erop wijzen dat zij nog procesbelang heeft. Aangezien appellante inmiddels met pensioen is, is er geen concreet nadeel meer dat zij kan ondervinden van de schorsing. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat het procesbelang ontbreekt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.