ECLI:NL:OGAACMB:2018:39

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
28 mei 2018
Publicatiedatum
4 juni 2018
Zaaknummer
AUA201702888
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het bezwaar tegen eervol ontslag wegens medische ongeschiktheid van een ambtenaar

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba geoordeeld over het bezwaar van klager tegen een eervol ontslag uit overheidsdienst wegens medische ongeschiktheid. Klager, die sinds 24 augustus 2011 arbeidsongeschikt is, ontving op 12 september 2017 een ontslagbesluit van de Gouverneur van Aruba, gebaseerd op artikel 98, eerste lid, sub e van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma). Klager betwistte de rechtmatigheid van dit besluit, stellende dat hij nooit is opgeroepen voor een medische keuring, wat volgens de wet vereist is voor een dergelijk ontslag.

Tijdens de zitting op 16 april 2018 was klager aanwezig met zijn gemachtigde, terwijl de verweerder niet verscheen. Klager voerde aan dat de bestreden beschikking was gebaseerd op onjuiste feiten en dat hij niet onafgebroken arbeidsongeschikt was geweest. Het gerecht heeft vastgesteld dat er geen bewijs was dat klager een opdracht had ontvangen voor een medische keuring, wat een essentiële voorwaarde is voor het ontslag. Het gerecht concludeerde dat de beslissing van de verweerder om klager eervol te ontslaan niet op goede gronden was genomen.

Het gerecht verklaarde het bezwaar gegrond, vernietigde het ontslagbesluit en veroordeelde de verweerder tot betaling van de proceskosten aan klager. Deze uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste procedures bij ontslagbesluiten in het ambtenarenrecht.

Uitspraak

Uitspraak van 28 mei 2018
AUA201702888
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het bezwaar van:
[klager],
wonend in Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: de advocaat mr. J.J. Coutinho,
tegen:
de Gouverneur van Aruba,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij Landsbesluit van 12 september 2017 no. 1 (hierna: de bestreden beschikking) is aan klager, met toepassing van artikel 98, eerste lid, sub e van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma), met ingang van 1 oktober 2017 eervol ontslag uit overheidsdienst verleend wegens medische ongeschiktheid.
Op 12 oktober 2017 heeft klager tegen de bestreden beschikking bezwaar gemaakt bij het gerecht.
De zaak is behandeld ter zitting van 16 april 2018, alwaar zijn verschenen klager, bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd. Verweerder is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Klager kan zich niet verenigen met de bestreden beschikking en stelt zich daarbij - kort samengevat - op het standpunt dat de bestreden beschikking gebaseerd is op onjuiste feiten, daar hij niet onafgebroken arbeidsongeschikt is geweest. Voorts voert klager aan dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven, nu niet is voldaan aan artikel 98, derde lid van de Lma, daar klager nimmer is opgeroepen voor een medische keuring. Dat klager niet heeft meegewerkt aan een medisch onderzoek door de verzekeringsarts van het Algemeen Pensioenfonds Aruba (APFA) is in strijd met de waarheid, aldus klager.
2.2
Beoordeeld dient te worden of verweerder op goede gronden heeft besloten klager eervol te ontslaan.
2.3
Ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Landsverordening vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren (hierna: Lvvda) heeft de ambtenaar die wegens ziekte verhinderd is zijn dienst uit te oefenen, tot herstel van zijn gezondheid aanspraak op vrijstelling van dienst wegens ziekte.
Ingevolge het tweede lid is de duur van de vrijstelling van dienst wegens ziekte, inclusief verlenging, ten hoogste vier jaren voor een ambtenaar in vaste dienst en ten hoogste een jaar voor een ambtenaar in tijdelijke dienst.
Ingevolge artikel 36, tweede lid, van de Lvvda wordt de ambtenaar die aan het einde van een tot de maximumduur, genoemd in artikel 31, verlengde vrijstelling van dienst wegens ziekte volgens een verklaring van de geneeskundige commissie niet geschikt is bevonden om zijn dienstuitoefening te hervatten, eervol ontslag uit de overheidsdienst verleend.
Ingevolge artikel 98, eerste lid, sub e van de Lma kan de ambtenaar worden ontslagen op grond van het geraken op grond van ziekten of gebreken in een toestand van ongeschiktheid voor de verdere waarneming van zijn ambt, behoudens inachtneming van de terzake gestelde of te stellen regelen.
2.4
Klager is ambtenaar in vaste pensioengerechtigde dienst in de functie van technisch opzichter bij de Serlimar. Klager is sedert 24 augustus 2011 arbeidsongeschikt.
2.5
Aan de bestreden beschikking is ten grondslag gelegd, dat klager sedert 24 augustus 2011 arbeidsongeschikt is, en dat klager derhalve de maximumduur van de vrijstelling van dienst wegens ziekte, als bedoeld in artikel 31 van de Landsverordening vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren (Lvvda) heeft bereikt.
2.6
In artikel 98, derde lid, sub a van de Lma is bepaald dat het vaststellen van een toestand van ongeschiktheid als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, door een geneeskundige commissie van ten minste drie bij landsbesluit te benoemen leden geschiedt. Voorts bepaald voornoemd artikel dat de opdracht tot keuring uitgaat van het bevoegde gezag.
2.6.1
Klager stelt zich op het standpunt dat verweerder niet aan het in artikel 98, derde lid van de Lma bepaalde heeft voldaan, daar klager nimmer voor een medisch onderzoek is opgeroepen. In de bestreden beschikking is door verweerder gesteld dat klager voor de vereiste medische keuring is opgeroepen, maar dat klager geen toestemming heeft gegeven om het onderzoek te laten verrichten. Klager heeft dit ter zitting betwist.
2.6.2
Nu uit de stukken noch uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat klager een opdracht van het bevoegde gezag heeft ontvangen om een medische keuring te ondergaan, is het gerecht van oordeel dat de bestreden beslissing van verweerder om klager met toepassing van artikel 98, eerste lid, sub e van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma) eervol ontslag uit overheidsdienst te verlenen wegens medische ongeschiktheid, niet op goede gronden is genomen.
2.7
Dit leidt tot de slotsom dat het bezwaar gegrond dient te worden verklaard en de bestreden beschikking dient te worden vernietigd.
2.8
Verweerder zal worden veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van appellant, welke worden begroot op een bedrag van Afl. 1.000,- aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
-verklaart het bezwaar gegrond;
-vernietigt het bestreden Landsbesluit van 12 september 2017;
-veroordeelt verweerder tot betaling van de door klager gemaakte proceskosten, die begroot wordt aan gemachtigdensalaris op Afl. 1.000,-.
Deze uitspraak is gegeven door mr. A.J.H. van Suilen rechter in ambtenarenzaken te Aruba en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag, 28 mei 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.
Ieder der partijen is bevoegd tegen een door het gerecht genomen met redenen omklede eindbeslissing als bedoeld in artikel 89, hoger beroep in te stellen (art. 97, eerste lid, La).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger dan wel gemachtigde bij de uitspraak tegenwoordig is geweest, en in de andere gevallen binnen dertig dagen na de dag van toezending of terhandstelling van een afschrift van de uitspraak, welke dag bij toezending aan de voet van het afschrift en bij terhandstelling op het ontvangstbewijs wordt vermeld (art. 98, eerste lid, La).
Het hoger beroep wordt ingesteld door een beroepschrift aan de raad in te zenden ter griffie van die raad te Oranjestad (art. 98, tweede lid, La).