ECLI:NL:OGAACMB:2017:91
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke herziening van disciplinaire straf opgelegd aan luchtverkeersleider na incident met luchtverkeer
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klager, een luchtverkeersleider, tegen een disciplinaire straf opgelegd door de Gouverneur van Aruba. Klager was beschuldigd van ernstig plichtsverzuim na een incident op 3 september 2013, waarbij hij een klein vliegtuig toestemming gaf om te landen terwijl een groot vliegtuig zich gereed maakte om te starten. Klager erkende zijn fout en trok de toestemming voor het kleine vliegtuig onmiddellijk in, maar de Gouverneur oordeelde dat klager niet adequaat had gehandeld en dat zijn gedrag onaanvaardbaar was, wat leidde tot de disciplinaire straf van ontslag.
Tijdens de zitting op 11 april 2016 werd het bezwaar van klager behandeld. Klager betwistte de beschuldigingen en voerde aan dat hij adequaat had gereageerd op de situatie. Het gerecht oordeelde dat de gedingstukken onvoldoende aanknopingspunten boden om te bepalen welke lezing van de gebeurtenissen correct was. Het gerecht concludeerde dat, zelfs als de lezing van de Gouverneur gevolgd werd, klager snel en adequaat had gehandeld na het onderkennen van zijn fout. Het enkele incident rechtvaardigde niet de zwaarste disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag.
Het gerecht vernietigde de bestreden beschikking van de Gouverneur, oordeelde dat deze niet deugdelijke motivering had en verklaarde het bezwaar gegrond. Klager werd in het gelijk gesteld en de Gouverneur werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. W.C.E. Winfield op 11 september 2017, en partijen hebben het recht om hoger beroep in te stellen binnen dertig dagen na de uitspraak.