ECLI:NL:OGAACMB:2017:66
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen afwijzing verzoek om bevordering in ambtenarenrecht
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klager tegen de afwijzing van zijn verzoek om bevordering naar schaal 6. Klager had op 29 oktober 2014 een verzoek ingediend, dat door de minister van Justitie werd afgewezen. Klager maakte bezwaar tegen deze beslissing en de behandeling vond plaats op 6 en 20 juni 2016. De uitspraak werd gedaan op 21 augustus 2017.
Het gerecht oordeelde dat de afwijzing van het verzoek onbevoegd was genomen, aangezien de Gouverneur als bevoegde autoriteit voor dergelijke beslissingen moet optreden. Klager had onbetwist gesteld dat hij de afwijzing pas op 19 november 2014 had ontvangen, waardoor zijn bezwaar tijdig was ingediend. Het gerecht concludeerde dat de motivering van de afwijzing niet voldeed en dat de bestreden beschikking vernietigd moest worden.
Daarnaast werd opgemerkt dat, zelfs als de beslissing bevoegdelijk was genomen, deze niet in stand had kunnen blijven vanwege inconsistenties in de onderbouwing. Klager had bewijs geleverd dat hij niet de gehele periode arbeidsongeschikt was geweest, en de overgelegde documenten waren onvoldoende om de afwijzing te rechtvaardigen. Het gerecht besloot dat de Gouverneur alsnog een beslissing op het verzoek van klager moest nemen, maar kon geen termijn opleggen voor deze beslissing. Klager werd geïnformeerd over de mogelijkheid van een fictieve weigering indien de Gouverneur niet binnen drie maanden zou beslissen.