ECLI:NL:OGAACMB:2017:57
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een verzoek om bevordering van een ambtenaar in het licht van langdurig ziekteverzuim
In deze zaak heeft klaagster, een ambtenaar in Aruba, bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar verzoek om bevordering door de Gouverneur van Aruba. Klaagster had voorafgaand aan de periode waarop het verzoek om bevordering betrekking heeft, langdurig ziekteverzuim gehad. De minister van Justitie had in een brief van 1 oktober 2016 aangegeven dat klaagster niet voldeed aan het vereiste van een gunstige beoordeling vanwege haar hoge ziekteverzuim. Klaagster heeft hiertegen bezwaar gemaakt, waarna de zaak ter zitting is behandeld op 3 april 2017.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de afwijzing van het verzoek om bevordering onbevoegd was, omdat alleen de Gouverneur bevoegd is om een beslissing te nemen over een verzoek om bevordering. De gemachtigde van de minister heeft ter zitting verklaard dat de minister de rechtsgevolgen van de afwijzing voor zijn rekening neemt, waardoor het bevoegdheidsgebrek is hersteld. Klaagster betoogde dat verweerder ten onrechte had gesteld dat zij niet voldeed aan de vereiste gunstige beoordeling en dat zij niet was geïnformeerd over de gevolgen van haar ziekteverzuim voor haar bevorderingsverzoek.
Het gerecht oordeelde dat er geen grond was om te stellen dat verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt had kunnen stellen dat geen oordeel kon worden gegeven over het functioneren van klaagster, gezien haar langdurige arbeidsongeschiktheid. Het gerecht concludeerde dat de rechtsgevolgen van de afwijzing in stand konden blijven en dat klaagster materieel in het ongelijk was gesteld. De uitspraak werd gedaan door mr. W.C.E. Winfield, ambtenarenrechter, op 15 mei 2017.