In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, gaat het om een bezwaar van een ambtenaar tegen de afwijzing van zijn verzoek om bevordering naar de rang van hoofdcommies. De klager, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.M.E. Mohamed, had op 4 februari 2016 een afwijzing ontvangen van de minister van Volksgezondheid, Ouderenzorg en Sport, vertegenwoordigd door mr. I.L. Ras Orman. De klager maakte bezwaar tegen deze afwijzing, waarna de zaak op 22 augustus 2016 ter zitting werd behandeld.
Het Gerecht oordeelde dat de inhoudelijke beslissing op een verzoek om bevordering uitsluitend door de Gouverneur kan worden genomen, zoals eerder bevestigd door de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken in uitspraken van 26 juli 2016 en 16 februari 2017. De afwijzing van het verzoek door de minister werd als onbevoegd beschouwd, wat leidde tot de vernietiging van de afwijzing. Het Gerecht kon de Gouverneur echter niet dwingen om een beslissing te nemen, maar gaf aan dat als de Gouverneur niet binnen drie maanden na de uitspraak beslist, er een fictieve weigering kan ontstaan.
De rechter verklaarde het bezwaar van de klager gegrond, vernietigde de afwijzing van de minister en veroordeelde de minister tot betaling van de proceskosten van de klager, begroot op Afl. 1.000,-. De uitspraak werd gedaan op 3 juli 2017 door mr. W.C.E. Winfield, ambtenarenrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De partijen hebben het recht om binnen dertig dagen hoger beroep in te stellen tegen deze beslissing.