ECLI:NL:OGAACMB:2017:31
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf en plichtsverzuim van ambtenaar in sportcontext
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 19 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over een disciplinaire straf die aan klager was opgelegd door de Gouverneur van Aruba. Klager, die als coach van een jeugdvoetbalteam fungeerde, was betrokken bij een incident tijdens een voetbalwedstrijd op 19 februari 2016, waarbij hij de scheidsrechter in ongepaste bewoordingen aansprak en fysiek contact met hem had. De Gouverneur had klager op basis van dit incident een disciplinaire straf van ontslag opgelegd, stellende dat klager zich schuldig had gemaakt aan ernstig plichtsverzuim. Klager maakte bezwaar tegen deze beslissing, stellende dat het incident buiten werktijd plaatsvond en dat er geen sprake was van ernstig plichtsverzuim.
Tijdens de zitting op 10 mei 2017 werd de zaak behandeld, waarbij klager werd bijgestaan door zijn echtgenote en de Gouverneur werd vertegenwoordigd door twee juristen. Klager betoogde dat de scheidsrechter, die zijn broer was, geen letsel had opgelopen en dat hij niet was aangehouden door de politie. Het Gerecht oordeelde dat de Gouverneur onvoldoende bewijs had geleverd dat het handelen van klager als plichtsverzuim kon worden aangemerkt. Het Gerecht concludeerde dat de bestreden beschikking van de Gouverneur diende te worden vernietigd, omdat de argumenten voor de disciplinaire straf niet voldoende waren onderbouwd.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van feiten en omstandigheden bij het opleggen van disciplinaire straffen aan ambtenaren, vooral wanneer het incident zich in de privésfeer heeft afgespeeld. Het Gerecht verklaarde het bezwaar van klager gegrond en vernietigde de eerdere beslissing van de Gouverneur.