ECLI:NL:OGAACMB:2017:30

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
19 juni 2017
Publicatiedatum
28 juni 2017
Zaaknummer
AUA201600537
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen bevordering in ambtenarenrecht met betrekking tot anciënniteit en arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft klager, wonend in Aruba, bezwaar gemaakt tegen de ingangsdatum van zijn bevordering naar de rang van onderinspecteur. Klager was bevorderd per 1 maart 2015, maar hij stelt dat zijn bevordering per 1 december 2014 had moeten ingaan, omdat hij op 1 november 2014 de Kaderopleiding met goed gevolg had afgerond en zijn functioneren nooit negatief was beoordeeld. De verweerder, de Gouverneur van Aruba, heeft echter gesteld dat de bevordering met drie maanden is vertraagd vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid van klager.

Tijdens de zitting op 10 mei 2017 heeft klager zijn standpunt toegelicht, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J.O. Senchi. Het gerecht heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de verweerder zich onvoldoende gemotiveerd heeft op het standpunt dat klager niet per 1 december 2014 aan het vereiste van anciënniteit voldeed. Het gerecht heeft vastgesteld dat de verweerder niet heeft aangetoond gedurende welke periode klager wegens ziekte zijn werk heeft verzuimd en waarom hij pas drie maanden later aan de anciënniteitseisen voldeed.

De rechter heeft het bezwaar gegrond verklaard en het Landsbesluit van 4 november 2016 vernietigd. De uitspraak is gedaan door mr. W.C.E. Winfield en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 19 juni 2017. De partijen hebben het recht om binnen dertig dagen hoger beroep in te stellen tegen deze beslissing.

Uitspraak

Uitspraak van 19 juni 2017
AUA201600537
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het bezwaar van:
[klager],
wonend in Aruba,
KLAGER,
procederend in persoon,
tegen:
DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. J.O. Senchi (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij Landsbesluit van 4 november 2016, no. 10, voor zover thans van belang, heeft verweerder klager met ingang van 1 maart 2015 bevorderd naar de rang van onderinspecteur.
Op 12 december 2016 heeft klager daartegen bezwaar gemaakt.
Op 13 maart 2017 heeft verweerder een contramemorie ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 mei 2017, waar klager, in persoon, en verweerder, vertegenwoordigd door voornoemde gemachtigde, zijn verschenen.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Klager kan zich niet verenigen met de ingangsdatum van zijn bevordering. Zijn bevordering dient in te gaan per 1 december 2014, nu hij op 1 november 2014 de Kaderopleiding met goed gevolg heeft afgerond en zijn functioneren nimmer negatief is beoordeeld, aldus klager.
2.2
Aan de bestreden beschikking heeft verweerder ten grondslag gelegd dat de bevordering naar de rang van onderinspecteur met drie maanden wordt vertraagd, omdat klager langdurig arbeidsongeschikt is geweest. In de contramemorie en ter zitting heeft verweerder dit standpunt aldus nader toegelicht, dat klager weliswaar in beginsel per 1 december 2014 in aanmerking kwam voor de desbetreffende bevordering, maar dat hij vanwege zijn langdurige arbeidsongeschiktheid in de daaraan voorafgaande periode per die datum niet voldeed aan het vereiste van anciënniteit.
2.3
Het gerecht is van oordeel dat verweerder zich onvoldoende draagkrachtig gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat klager niet per 1 december 2014, maar eerst per 1 maart 2015 aan het vereiste van anciënniteit voldoet. Weliswaar is onder bepaalde omstandigheden op zichzelf niet onredelijk te achten dat verweerder bij het beslissen omtrent een bevordering onder meer het langdurig ziekteverzuim van betrokkene in aanmerking neemt, maar in dit geval heeft verweerder niet gemotiveerd gedurende welke periode klager wegens ziekte zijn werk verzuimd heeft en waarom klager in verband met dat ziekteverzuim eerst drie maanden later aan het vereiste van anciënniteit voldoet. Het betoog slaagt.
2.4
Het bezwaar is gegrond. De bestreden beschikking dient te worden vernietigd.
3. BESLISSING
De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar gegrond;
- vernietigt het Landsbesluit van 4 november 2016, no. 10.
Deze uitspraak is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, ambtenarenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 19 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.
Ieder der partijen is bevoegd tegen een door het gerecht genomen met redenen omklede eindbeslissing als bedoeld in artikel 89, hoger beroep in te stellen (art. 97, eerste lid, LA).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger dan wel gemachtigde bij de uitspraak tegenwoordig is geweest, en in de andere gevallen binnen dertig dagen na de dag van toezending of terhandstelling van een afschrift van de uitspraak, welke dag bij toezending aan de voet van het afschrift en bij terhandstelling op het ontvangstbewijs wordt vermeld (art. 98, eerste lid, LA).
Het hoger beroep wordt ingesteld door een beroepschrift aan de raad in te zenden ter griffie van die raad te Oranjestad (art. 98, tweede lid, LA).