ECLI:NL:OGAACMB:2017:26
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevordering van een ambtenaar en de bevoegdheid van de Gouverneur
In deze zaak heeft klaagster, een ambtenaar in Aruba, bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar verzoek om bevordering door de minister van Economische en Sociale Zaken. Klaagster had verzocht om bevorderd te worden naar de rang van hoofdcommies 1ste klasse en later naar de rang van refendaris. De minister heeft echter aangegeven dat de functie waarvoor klaagster bevorderd wilde worden, maximaal gewaardeerd is op schaal 10, waardoor haar verzoek niet kon worden ingewilligd. Klaagster heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het gerecht heeft vastgesteld dat de afwijzing onbevoegd was, aangezien alleen de Gouverneur de bevoegdheid heeft om dergelijke beslissingen te nemen. De gemachtigde van de minister heeft ter zitting verklaard dat de minister de rechtsgevolgen van de afwijzing voor zijn rekening neemt, waardoor het bevoegdheidsgebrek is hersteld. Klaagster voerde aan dat de afwijzing in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, omdat haar voorganger wel was bevorderd. Het gerecht oordeelde echter dat er geen sprake was van gelijke gevallen, omdat klaagster niet dezelfde functies bekleedde als haar voorganger. Uiteindelijk heeft het gerecht het bezwaar gegrond verklaard, de afwijzing vernietigd, maar de rechtsgevolgen van de afwijzing in stand gelaten. Klaagster werd in het ongelijk gesteld, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.