ECLI:NL:OGAACMB:2017:16
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Disciplinair ontslag van ambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim en omkoping
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 6 maart 2017 uitspraak gedaan over het bezwaar van klager tegen zijn disciplinair ontslag. Klager, werkzaam bij de Inspectie der Invoerrechten en Accijnzen, was primair disciplinair ontslagen en subsidiair eervol ontslagen op basis van artikel 98, eerste lid, onder f van de Landsverordening ambtenarenrecht (Lma). Klager ontkende de beschuldigingen van ernstig plichtsverzuim en stelde dat zijn handelen niet als zodanig kon worden aangemerkt. Het gerecht oordeelde echter dat het geconstateerde plichtsverzuim de opgelegde sanctie van ontslag rechtvaardigde. De feiten wezen op omkoping en het verstrekken van onrechtmatige adviezen aan derden, wat in strijd was met de integriteit die van een ambtenaar wordt verwacht. Het gerecht concludeerde dat het tijdsverloop tussen de feiten en de sanctie niet in het voordeel van klager werkte, en dat de procedure tot oplegging van het ontslag niet in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel. Het bezwaar van klager werd ongegrond verklaard.