ECLI:NL:OGAACMB:2016:78
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen disciplinaire straf van ontslag in ambtenarenrechtelijke context
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 12 december 2016 uitspraak gedaan op het bezwaar van klager, die zich tegen een disciplinaire straf van ontslag had verzet. De verweerder, de Gouverneur van Aruba, had op 2 juni 2016 de disciplinaire straf opgelegd, waarbij klager werd beschuldigd van ernstig plichtsverzuim. Klager maakte bezwaar tegen deze beslissing en voerde aan dat hij adequaat had gehandeld na het uitvallen van het datavergaringssysteem van meteorologische grootheden, de FMC-8, op 11 augustus 2015. Klager stelde dat hij tijdig ter plaatse was en de directeur van de Departamento Meteorologico Aruba op de hoogte had gesteld van de situatie. Hij betwistte de kwalificatie van zijn functie als technicus, aangezien hij formeel de functie van observator bekleedde en niet over de vereiste opleiding beschikte.
Het gerecht oordeelde dat de Gouverneur ten onrechte had gesteld dat klager de functie van technicus bekleedde en dat zijn handelen niet in strijd was met de verantwoordelijkheden van een technicus. Het gerecht concludeerde dat het bezwaar gegrond was en vernietigde het landsbesluit van 2 juni 2016. Tevens werd de Gouverneur veroordeeld tot betaling van de proceskosten van klager, die op Afl. 1.000,- werden begroot. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van de verantwoordelijkheden en functies binnen de ambtenarenorganisatie, evenals de rechten van ambtenaren in disciplinaire procedures.