ECLI:NL:OGAACMB:2016:77
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorziening bij voorraad in ambtenarenrechtelijke zaak met betrekking tot ontslag en terugvordering van salaris
In deze zaak heeft verzoeker, een ambtenaar in Aruba, een verzoek ingediend om een voorziening bij voorraad te treffen naar aanleiding van een landsbesluit van 8 september 2016, waarbij hij eervol ontslag uit de dienst is verleend en het inkomen dat hij ten onrechte heeft ontvangen over een bepaalde periode teruggevorderd zou worden. Verzoeker heeft op 7 november 2016 een bezwaarschrift ingediend tegen dit landsbesluit en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat hij onevenredig nadeel zou ondervinden van het besluit, aangezien hij sinds 1 maart 2016 geen inkomen meer ontvangt.
Tijdens de zitting op 21 november 2016 heeft verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat, zijn situatie toegelicht. Hij heeft aangegeven dat hij in financiële problemen verkeert en vreest voor uitzetting uit zijn woning door achterstanden in hypotheekbetalingen. Het gerecht heeft overwogen dat de vraag of verzoeker het dienstverband willekeurig heeft verbroken, een nadere beoordeling vereist die niet goed past in de procedure voor een voorlopige voorziening. Desondanks heeft het gerecht, gezien de onomkeerbaarheid van het nadeel dat verzoeker zou ondervinden, besloten om de voorziening bij voorraad te treffen.
Het gerecht heeft het landsbesluit van 8 september 2016 geschorst met ingang van 1 november 2016, wat betekent dat verzoeker vanaf die datum recht heeft op salaris. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van de procedure. Deze uitspraak is gedaan door mr. W.C.E. Winfield, ambtenarenrechter, op 5 december 2016.