ECLI:NL:OGAACMB:2016:75
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van bezwaar tegen uitblijven beslissing op verzoek om pensioenuitkering
In deze zaak is het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 14 november 2016 tot een uitspraak gekomen over de ontvankelijkheid van het bezwaar van klager tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek om een pensioenuitkering. Klager, die ambtenaar was bij het Landsbedrijf Ontwikkelingsprojecten, had op 8 september 2015, 23 november 2015 en 15 maart 2016 verzocht om toekenning van een pensioenuitkering, maar ontving hierop geen reactie van verweerder, de Minister van Financiën en Overheidsorganisatie. Na acht maanden zonder antwoord, diende klager op 29 september 2016 een bezwaarschrift in bij het gerecht.
Het gerecht heeft vastgesteld dat het bezwaar van klager tijdig is ingediend, ondanks dat er nog geen jaar verstreken was sinds het eerste verzoek. De rechter oordeelde dat klager, gezien de aard van het verzoek, mocht aannemen dat verweerder had geweigerd om op zijn verzoek te beslissen. De uitspraak benadrukt dat de redelijke termijn voor een fictieve weigering één jaar is, maar dat in bijzondere gevallen hiervan kan worden afgeweken. In dit geval was er aanleiding om aan te nemen dat na acht maanden een fictieve weigering was ontstaan.
De rechter verklaarde het bezwaar gegrond, vernietigde de bestreden fictieve weigering en droeg verweerder op om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beslissen. Deze uitspraak is gedaan door mr. W.C.E. Winfield en is van belang voor de procedurele mogelijkheden van ambtenaren om een beslissing van een bestuursorgaan af te dwingen.