ECLI:NL:OGAACMB:2016:5
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek om verhoging van de vaste autotoelage van een ambtenaar
In deze zaak heeft klaagster, werkzaam als ambtenaar bij de Directie Volksgezondheid, verzocht om verhoging van haar vaste autotoelage van Afl. 670,- per maand, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2001. Dit verzoek is herhaald in brieven van 12 maart 2013 en 26 augustus 2014. De minister van Volksgezondheid, Ouderenzorg en Sport heeft het verzoek afgewezen voor de periode van 1 januari 2001 tot 1 juni 2009, en voor de periode daarna gesteld dat klaagster een overzicht van gereden kilometers moest overleggen om in aanmerking te komen voor een aanpassing van de toelage.
Het gerecht heeft de zaak behandeld op 28 september 2015, waarbij klaagster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder. In de uitspraak van 4 januari 2016 heeft het gerecht geoordeeld dat de minister met de toekenning van de autotoelage in gunstige zin is afgeweken van de wettelijke regeling, maar dat de beslissing van de minister de rechterlijke toets kan doorstaan. Het gerecht heeft overwogen dat de minister heeft gehandeld volgens het beleid, dat geen terugwerkende kracht verleent aan bevorderingen en toelagen voor een periode langer dan drie jaar.
De rechter heeft geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die zouden rechtvaardigen dat van het beleid wordt afgeweken. Ook het beroep van klaagster op het gelijkheidsbeginsel werd verworpen, omdat de minister voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de toekenning aan een oud-collega niet vergelijkbaar was met de situatie van klaagster. De beslissing van het gerecht was om het bezwaar ongegrond te verklaren.