ECLI:NL:OGAACMB:2016:32
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijk disciplinair ontslag van ambtenaar wegens plichtsverzuim en schade aan imago van het Hulpbestuurskantoor
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan over het bezwaar van een ambtenaar, klaagster, tegen een voorwaardelijk disciplinair ontslag dat haar was opgelegd. De zaak betreft Gaza nr. 516 van 2015, waarbij klaagster op 18 februari 2015 door het bevoegde gezag een disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag is opgelegd. Dit ontslag was gebaseerd op het feit dat klaagster zich schuldig had gemaakt aan plichtsverzuim door onzorgvuldig om te gaan met geld van derden, wat heeft geleid tot schade aan het imago van het Hulpbestuurskantoor. Klaagster heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar is niet verschenen op de zitting van 30 november 2015, ondanks een behoorlijke oproep.
Het gerecht heeft overwogen dat de aan klaagster verweten gedragingen inderdaad plichtsverzuim opleveren en dat de opgelegde straf van voorwaardelijk ontslag een evenredige reactie is op het verweten gedrag. De rechter heeft vastgesteld dat klaagster niet heeft betwist dat haar handelen onzorgvuldig was en dat dit schade heeft berokkend aan de organisatie waarvoor zij werkt. Het gerecht heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van onevenredigheid tussen de opgelegde straf en het plichtsverzuim, en heeft het bezwaar van klaagster ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan op 16 mei 2016 door mr. W.C.E. Winfield, rechter in ambtenarenzaken te Aruba.