ECLI:NL:OGAACMB:2016:3
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen ontslagbesluit in ambtenarenrecht
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 4 januari 2016 uitspraak gedaan over het bezwaar van een klager tegen zijn ontslag. De klager, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.J. Swaen, had bezwaar gemaakt tegen de landsbesluiten van de Gouverneur van Aruba, die hem op 8 maart 2013 de disciplinaire straf van ontslag had opgelegd. Het bezwaar was ingediend op 6 maart 2015, maar het gerecht oordeelde dat dit bezwaar niet-ontvankelijk was omdat het niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van dertig dagen was ingediend. De klager had aangevoerd dat hij pas op 4 februari 2015 op de hoogte was gesteld van de landsbesluiten, maar het gerecht oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet eerder van het bestaan ervan op de hoogte had kunnen zijn. Het gerecht stelde vast dat de klager sinds 1 april 2013 geen ambtelijke bezoldiging meer ontving en dat hij eerder actie had moeten ondernemen om informatie in te winnen over de reden van de stopzetting van zijn bezoldiging. Hierdoor kon hij niet met succes een beroep doen op de uitzondering in artikel 41, derde lid, van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak. De uitspraak concludeerde dat het bezwaar van de klager niet-ontvankelijk werd verklaard.