ECLI:NL:OGAACMB:2016:29

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
30 mei 2016
Publicatiedatum
13 juni 2016
Zaaknummer
GAZA nrs. 3079 en 3080 van 2014
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen beëindiging ambtelijke aanstelling en toekenning overbruggingsuitkering

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van een klager die in januari 2012 een overbruggingsuitkering ontving in plaats van zijn volledige bezoldiging. De klager had bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van zijn ambtelijke aanstelling, maar het gerecht oordeelde dat hij niet tijdig bezwaar had gemaakt. De klager had moeten beseffen dat zijn aanstelling als beëindigd werd beschouwd, gezien de toekenning van de overbruggingsuitkering en de communicatie van de minister van Toerisme, Transport en Arbeid. Het gerecht stelde vast dat de klager niet binnen de gestelde termijn van dertig dagen bezwaar had gemaakt, waardoor zijn bezwaren niet-ontvankelijk werden verklaard. De uitspraak werd gedaan op 30 mei 2016, waarbij het gerecht de bezwaren van de klager afwees en hem in zijn ongelijk stelde. De klager had de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan binnen dertig dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Uitspraak van 30 mei 2016
GAZA nrs. 3079 en 3080 van 2014
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het bezwaar van:
[klager],
wonende in de Verenigde Staten van Amerika, domicilie kiezende in Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: mr. E. Duijneveld,
gericht tegen:

1.[verweerder sub 1],

2.[verweerder sub 2],
beiden zetelend in Aruba,
VERWEERDERS,
gemachtigde: A. Lumenier (DWJZ)

1.PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 17 oktober 2012, no. DRH/1293-2012, heeft verweerder sub 1 aan verzoeker een overbruggingsuitkering toegekend vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014.
Tegen deze beschikking heeft verzoeker bezwaar gemaakt, door indiening bij dit gerecht van een bezwaarschrift op 11 december 2014. Deze zaak is geregistreerd onder GAZA nr. 3079 van 2014.
Bij landsbesluit van 16 november 2012, no. DRH/1285-12, is aan klager met ingang van 1 januari 2012 eervol ontslag verleend.
Tegen deze beschikking heeft verzoeker bezwaar gemaakt, door indiening bij dit gerecht van een bezwaarschrift op 11 december 2014. Deze zaak is geregistreerd onder GAZA nr. 3080 van 2014.
De zaken zijn op 4 januari 2016 behandeld ter zitting, alwaar partijen zijn verschenen bij gemachtigde. Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

Relevant juridisch kader

2.1
Ingevolge artikel 41, eerste lid, van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (hierna: La), dient het bezwaarschrift te worden ingediend binnen dertig dagen te rekenen vanaf de dag waarop de aangevallen beschikking is uitgesproken.
Ingevolge het derde lid van dit artikel wordt degene die bezwaar inbrengt na de hiervoor bepaalde termijn, niet op grond daarvan niet-ontvankelijk verklaard, indien hij ten genoegen van de rechter aantoont het bezwaar te hebben ingebracht binnen dertig dagen na de dag waarop hij van de aangevallen beschikking, handeling of weigering redelijkerwijs heeft kunnen kennis dragen.
2.2
Bij de Landsverordening instelling Aruba Tourism Authority (AB 2011 no.14) is met ingang van 1 januari 2011 de publiekrechtelijke rechtspersoon, genaamd Aruba Tourism Authority ingesteld, zulks ter vervanging van de landsdiensten Aruba Tourism Authority (ATA) en Directie Aruba Cruise Tourism (DACT).
2.3
Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Landsverordening van 17 februari 2011 houdende bijzondere bepalingen in verband met de instelling van een nieuwe Aruba Tourism Authority (AB 2011 no. 13), hierna te noemen: Lv bbp ATA, worden de ambtenaren die, direct voorafgaand aan de dag van de aanvang van de werkzaamheden van de Rechtspersoon, werkzaam waren bij de ATA en de DACT en geplaatst worden in een functie bij de Rechtspersoon, van rechtswege ter beschikking gesteld van de Rechtspersoon, voor een periode van ten hoogste twaalf maanden.
Ingevolge het derde lid wordt in afwijking van artikel 91, tweede lid, van de Lma aan de ambtenaren die, direct voorafgaand aan de dag van de aanvang van de werkzaamheden van de Rechtspersoon, werkzaam waren bij de ATA en de DACT en niet geplaatst worden in een functie bij de Rechtspersoon, eervol ontslag verleend
a. ingeval de betrokkene binnen een periode van twaalf kalendermaanden na het tijdstip bedoeld in het eerste lid, ondanks pogingen daartoe, geen passende nieuwe functie vindt binnen de dienst van het Land;
b. (…).
2.4.1
Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Lv bbp ATA heeft de gewezen ambtenaar aan wie op grond van artikel 3, tweede lid, onderdeel b of derde lid onderdeel a, eervol ontslag is verleend, ingaande de dag waarop dat ontslag inging, aanspraak op toekenning van een overbruggingsuitkering ten laste van het Land. De toekenning geschiedt bij beschikking van de ambtenaar, belast met de leiding van het Departamento Recurso Humano van het Land. De beschikking vermeldt het bedrag dat aan de betrokkene zal worden uitgekeerd, en de periode gedurende welke de aanspraak bestaat.
Ingevolge het tweede lid zijn de artikelen 3 tot en met 6, 11 tot en met 13, en 18 van de Landsverordening vrijwillige uitdiensttreding (AB 2000 no. 30) van overeenkomstige toepassing.
2.4.2
Uit laatstgenoemd artikellid vloeit voort dat de looptijd van de overbruggingsuitkering drie jaren bedraagt en dat deze maandelijks wordt uitgekeerd. De hoogte bedraagt gedurende de eerste twaalf maanden 90% van het laatstgenoten maandinkomen, gedurende de daaropvolgende twaalf maanden 80% van het laatstgenoten maandinkomen en gedurende de laatste periode van twaalf maanden 70% van het laatstgenoten maandinkomen.
Feiten
2.5.1
Klager is tot 1 januari 2011 als ambtenaar in de rang van commies 1ste klasse benoemd en tewerkgesteld geweest bij de landsdienst ATA, en wel bij het Toeristenbureau X. Klager is niet geplaatst in een functie bij de nieuwe rechtspersoon Aruba Tourism Authority. Klager is evenmin geplaatst in een passende nieuwe functie binnen de overheid.
2.5.2
Bij brief van 7 november 2011 heeft de minister van Toerisme, Transport en Arbeid aan klager – voor zover hier van belang – het volgende bericht:
“Zoals u bekend, behoort u tot de categorie ambtenaren die voorafgaand aan de dag van de aanvang van de werkzaamheden van de ATA SG, te weten op 1 januari 2011, werkzaam was bij de landsdienst ATA of de landsdienst DACT. Vast staat tevens dat u, ondanks uw daartoe strekkende sollicitatie niet bent benoemd in een functie binnen de ATA SG.
Helaas is het tot op heden niet gelukt om u te plaatsen in een passende nieuwe functie binnen de dienst van het Land. Ik maak u erop attent dat artikel 3 lid 3 onderdeel a van de Landsverordening (…) nieuwe Aruba Tourism Authority voorschrijft dat ingeval u niet vóór 1 januari 2012 geplaatst wordt in een zodanige functie, aan u eervol ontslag wordt verleend ingaande 1 januari 2012.
Artikel 4 van genoemde landsverordening bepaalt onder andere dat de gewezen ambtenaar aan wie op grond van artikel 3 lid 3 onderdeel a eervol ontslag is verleend, aanspraak heeft op toekenning van een overbruggingsuitkering ten laste van het Land. (…)”
2.5.3
Bij brief van 29 december 2011 heeft de minister van Toerisme, Transport en Arbeid aan klager bericht dat hij met ingang van 1 januari 2012 in aanmerking komt voor de overbruggingsuitkering conform de Lv bbp ATA en dat hij zo spoedig mogelijk de beschikking strekkende tot de toekenning van de overbruggingsuitkering zal ontvangen.
2.5.4
Bij brief van 28 augustus 2012 heeft klager aan de minister van Toerisme, Transport en Arbeid het volgende bericht:

(…) I had the opportunity to discuss the matter at hand in more detail with my wife and family after our meeting this morning. We discussed the various options that were presented, i.e. the transfer to the ATA SG in Aruba, or to another government department like the Department of Foreign Affairs or EPE. After evaluating the various scenarios, we came to the conclusion that it would be more beneficial for me to try to remain within the government system due to the following factors (…)
With that said, I would rather pursue an opportunity within EPE or another comparable government department, and pursue the possibility for us to resolve the matter of the ‘overbruggingsregeling’, reinstate my status as a civil servant, and continuance of my years of service within the government. (…)
De ontvankelijkheid van het bezwaar
2.6
Niet in geschil is dat aan verzoeker vanaf januari 2012 in plaats van zijn volledige bezoldiging een overbruggingsuitkering is uitgekeerd, zoals omschreven in rechtsoverweging 2.4.2. Op grond daarvan had hij reeds toen behoren te beseffen dat zijn ambtelijke aanstelling op grond van artikel 3, derde lid, onderdeel a, van de Lv bbp ATA als beëindigd werd beschouwd. Dit volgt uit voornoemde brieven van 7 november 2011 en van 29 december 2011, waarin hem de toekenning van de overbruggingsuitkering na eervol ontslag reeds was aangekondigd. Onder deze omstandigheden valt niet in te zien dat verzoeker, bijvoorbeeld door daarnaar navraag te doen, niet reeds in een veel eerder stadium op de hoogte had kunnen zijn van de inhoud van de bestreden beschikkingen. Klagers stelling ter zitting dat hij wel degelijk navraag heeft gedaan, doch dat hem toen te kennen is gegeven dat hij de desbetreffende beschikkingen diende af te wachten, kan hem niet baten. Deze – overigens niet onderbouwde – stelling biedt geen afdoende verklaring voor de omstandigheid dat klager eerst ruim twee jaar na de totstandkoming van de bestreden beschikkingen bezwaar heeft gemaakt. Niet gezegd kan dan ook worden dat klager daartegen overeenkomstig artikel 41, derde lid, van de La bezwaar heeft gemaakt binnen dertig dagen na de dag waarop hij redelijkerwijs van de bestreden beschikkingen kennis heeft kunnen dragen. De bezwaren zijn derhalve niet-ontvankelijk.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart de bezwaren niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. W.C.E. Winfield, rechter in ambtenarenzaken te Aruba, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 mei 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.
Ieder der partijen is bevoegd tegen een door het gerecht genomen met redenen omklede eindbeslissing als bedoeld in artikel 89, hoger beroep in te stellen (art. 97, eerste lid, La).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger dan wel gemachtigde bij de uitspraak tegenwoordig is geweest, en in de andere gevallen binnen dertig dagen na de dag van toezending of terhandstelling van een afschrift van de uitspraak, welke dag bij toezending aan de voet van het afschrift en bij terhandstelling op het ontvangstbewijs wordt vermeld (art. 98, eerste lid, La).
Het hoger beroep wordt ingesteld door een beroepschrift aan de raad in te zenden ter griffie van die raad te Oranjestad (art. 98, tweede lid, La).