ECLI:NL:OGAACMB:2016:17
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen het uitblijven van een beslissing op een verzoek om waarnemingstoelage
In deze zaak heeft klaagster, een ambtenaar bij het Korrektie Instituut Aruba, op 27 mei 2014 een verzoek ingediend bij de minister van Justitie en Onderwijs om een waarnemingstoelage met terugwerkende kracht tot 1 maart 2013. Aangezien er geen beslissing op dit verzoek is genomen, heeft klaagster op 23 september 2015 bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing. De behandeling van het bezwaar vond plaats op 11 januari 2016, waarbij klaagster in persoon aanwezig was en de minister vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, mr. J.O. Senchi.
Het gerecht heeft overwogen dat volgens artikel 41 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (de La) een bezwaarschrift binnen dertig dagen na de dag waarop de aangevallen weigering is uitgesproken, moet worden ingediend. Het tweede lid van dit artikel stelt dat een orgaan wordt geacht de weigering tot het nemen van een beschikking te hebben uitgesproken, indien het binnen de daarvoor bepaalde tijd geen beslissing heeft genomen. In dit geval is de termijn van dertig dagen gaan lopen vanaf de dag waarop de weigering geacht wordt te zijn uitgesproken.
Het gerecht heeft vastgesteld dat klaagster niet tijdig bezwaar heeft gemaakt, aangezien het bezwaar niet binnen 30 dagen na 27 mei 2015 is ingediend. Tijdens de zitting zijn er geen omstandigheden aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. Daarom heeft het gerecht het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Desondanks heeft het gerecht opgemerkt dat de minister uit zorgvuldigheidsoverwegingen nog steeds gehouden is om op het verzoek van klaagster te beslissen.