ECLI:NL:OGAACMB:2016:13
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het bezwaar tegen de afwijzing van extra periodieken voor het behalen van een bacheloropleiding in Arubaans recht
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van een klager, die in beroep ging tegen de afwijzing van zijn verzoek om extra periodieken. Klager, werkzaam als ambtenaar, had op 1 april 2015 een verzoek ingediend voor de toekenning van twee extra periodieken in verband met het behalen van zijn bachelordiploma Arubaans recht. De minister van Justitie, als verweerder, had dit verzoek afgewezen, met als argument dat klager al was ingeschaald op een niveau dat hoger is dan dat van een afgestudeerde HBO'er en dat extra periodieken alleen worden toegekend bij het behalen van een voor de dienst belangrijk vakdiploma.
Het gerecht heeft vastgesteld dat klager zijn bezwaarschrift tijdig had ingediend, ondanks dat dit na de formele termijn was gebeurd. Klager had aangevoerd dat hij de beschikking pas op 10 juli 2015 had ontvangen, wat door de verweerder niet was betwist. Het gerecht oordeelde dat klager ontvankelijk was in zijn bezwaar.
De rechter heeft vervolgens de argumenten van de verweerder beoordeeld en geconcludeerd dat het beleid van de overheid gericht is op het stimuleren van ambtenaren om opleidingen te volgen, ongeacht of dit leidt tot een bevordering. Het gerecht oordeelde dat de afwijzing van de extra periodieken niet gerechtvaardigd was, aangezien het behalen van het bachelordiploma Arubaans recht een wettelijk erkend diploma is en in het belang van de dienst waar klager werkzaam is. De rechter heeft het bezwaar van klager gegrond verklaard, de bestreden beschikking vernietigd en verweerder opgedragen binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen.