ECLI:NL:OGAACMB:2015:36
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beslissing over bezwaar tegen fictieve weigering van de minister van Financiën en Overheidsorganisatie
In deze zaak heeft klaagster, A, een verzoek ingediend bij de minister van Financiën en Overheidsorganisatie om bevorderd te worden naar een rang die wordt bezoldigd overeenkomstig schaal 11. Dit verzoek is gedaan op 20 november 2008 en herhaald op 22 oktober 2014. Aangezien de minister geen beslissing heeft genomen op het verzoek, heeft klaagster op 19 mei 2015 bezwaar gemaakt. De behandeling van de zaak vond plaats op 31 augustus 2015, waarbij zowel klaagster als de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
Het gerecht heeft geoordeeld dat de minister, door geen beslissing te nemen, feitelijk heeft geweigerd om op het verzoek van klaagster te beschikken. Het bezwaar is tijdig ingediend en gegrond verklaard. De rechter heeft de fictieve weigering van de minister vernietigd en de minister opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het bevorderingsverzoek van klaagster te beslissen. Daarnaast is de minister veroordeeld tot betaling van de kosten van juridische bijstand aan klaagster, die zijn begroot op Afl. 500,-.
De uitspraak is gedaan door mr. W.C.E. Winfield op 2 november 2015 en is openbaar uitgesproken. De partijen hebben het recht om binnen dertig dagen hoger beroep in te stellen tegen deze beslissing.