ECLI:NL:OGAACMB:2015:13
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van schriftelijke berisping aan ambtenaren wegens deelname aan een wilde staking
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen disciplinaire straffen van schriftelijke berisping opgelegd aan vijf klagers, werkzaam als gevangenisinrichtingswerkers in het Korrektie Instituut Aruba (KIA). De klagers hebben op 9 december 2013 zonder toestemming hun werkplek verlaten om deel te nemen aan een wilde staking, wat heeft geleid tot onrust en een oproer onder gedetineerden. De bestreden beschikkingen zijn gebaseerd op het feit dat de klagers zich schuldig hebben gemaakt aan plichtsverzuim door hun werkzaamheden niet op het afgesproken tijdstip te verrichten en geen gebruik te maken van de mogelijkheid om zich te verantwoorden voor hun gedrag.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de klagers hun bezwaarschriften tijdig hebben ingediend, ondanks dat deze niet binnen de dertig dagen na de uitspraak van de disciplinaire straffen zijn ingediend. De klagers hebben aangevoerd dat het verwijt van plichtsverzuim feitelijke grondslag mist, omdat zij hun werkplek niet hebben 'verlaten' maar simpelweg niet op tijd zijn begonnen met hun werkzaamheden. Het gerecht heeft echter geoordeeld dat het centrale verwijt is dat de klagers hun opgedragen werkzaamheden niet hebben verricht, wat hen als ambtenaren kan worden aangerekend.
De rechter heeft geconcludeerd dat de disciplinaire straf van schriftelijke berisping niet onevenredig is in verhouding tot de gepleegde overtreding. De bezwaren van de klagers zijn ongegrond verklaard, met uitzondering van klager sub 5, wiens bezwaar gegrond is verklaard en wiens bestreden landsbesluit is vernietigd. De uitspraak is gedaan op 17 augustus 2015.