ECLI:NL:OGAACMB:2015:11
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen afwijzing van extra periodieke verhogingen van bezoldiging voor douaneambtenaren
In deze ambtenarenzaak hebben klagers, allen werkzaam als douaneambtenaren, bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van hun verzoeken om toekenning van twee extra periodieke verhogingen van bezoldiging. Deze verhogingen waren aangevraagd in verband met het afronden van het eerste gedeelte van de opleiding voor de benoembaarheid tot hoofdkommies der invoerrechten en accijnzen. Klagers beroepen zich op het gelijkheidsbeginsel, omdat andere collega’s die dezelfde opleiding succesvol hebben afgerond, wel deze verhogingen hebben ontvangen.
De verweerder, de minister van Financiën en Overheidsorganisatie, heeft de verzoeken afgewezen op basis van een rechtens onaantastbare fictieve weigering en stelt dat het gelijkheidsbeginsel niet van toepassing is, omdat hij niet verplicht is om gemaakte fouten te herhalen. Het gerecht overweegt echter dat een weigering om te beschikken niet kan worden gekwalificeerd als een afwijzende of goedkeurende beschikking. De argumenten van de verweerder worden als onbegrijpelijk beschouwd, vooral gezien het aantal gelijke gevallen dat door klagers is aangevoerd.
Het gerecht concludeert dat de bestreden beschikkingen niet kunnen worden gedragen door de motivering die eraan ten grondslag ligt. Het bezwaar van klagers wordt gegrond verklaard, en de bestreden beschikkingen worden vernietigd. De verweerder moet binnen drie maanden nieuwe beslissingen nemen, rekening houdend met de overwegingen van het gerecht. De uitspraak is gedaan op 8 juli 2015 door rechter W.C.E. Winfield en is openbaar uitgesproken.