ECLI:NL:KTGUTR:2000:AA6443

Kantongerecht Utrecht

Datum uitspraak
6 juli 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
156047-00
Instantie
Kantongerecht Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.H. Geertsema
  • P.G.C. van Hemert
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van Glaxo Wellcome B.V. in zaak betreffende overtreding Reclamebesluit geneesmiddelen

In de zaak tegen Glaxo Wellcome B.V. heeft het Kantongerecht Utrecht op 6 juli 2000 uitspraak gedaan. De verdachte, vertegenwoordigd door C.G. van Schagen en haar raadsman mr. E. van Liere, werd beschuldigd van overtredingen van het Reclamebesluit geneesmiddelen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de kantonrechter bevoegd was om kennis te nemen van de tenlastegelegde feiten. De officier van justitie werd ontvankelijk verklaard en er waren geen redenen voor schorsing van de vervolging.

De kern van de zaak was of Glaxo Wellcome B.V. het bepaalde in artikel 5 van het Reclamebesluit geneesmiddelen had overtreden. De kantonrechter oordeelde dat in geen van de telastegelegde publicaties het geneesmiddel Zyban met name werd genoemd. De verwijzing naar de website van de verdachte en de aansporing aan het publiek om naar de huisarts te gaan, werden niet als verboden reclame aangemerkt. De kantonrechter concludeerde dat er geen bewijs was voor de beschuldigingen en dat de verdachte niet wettig en overtuigend was bewezen dat zij de ten laste gelegde feiten had begaan.

Uiteindelijk sprak de kantonrechter de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 juni 2000, waarbij de kantonrechter de bewijsbeslissing en de motivering van de vrijspraak uitvoerig heeft toegelicht.

Uitspraak

Parketnummer : 156047-00
Datum uitspraak: 6 juli 2000
Naam : Glaxo Wellcome B.V.
KANTONGERECHT TE UTRECHT
Vonnis op tegenspraak
Raadsman: mr. E. van Liere, advocaat te Rotterdam
VONNIS
van de kantonrechter te Utrecht in de zaak tegen:
Glaxo Wellcome B.V.
[adres]
[woonplaats]
De verdachte, vertegenwoordigd door C.G. van Schagen, director Corporate Affairs, en haar raadsman mr. E. van Liere, is verschenen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 juni 2000.
1. De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd wat in de dagvaarding onder 1. en 2. is omschreven. Van de dagvaarding is een kopie als bijlage 1. aan dit vonnis gehecht. De inhoud van deze bijlage geldt als hier ingelast.
2. De voorvragen
De kantonrechter heeft het volgende vastgesteld:
De dagvaarding van de verdachte in eerste aanleg is geldig.
De kantonrechter is bevoegd tot kennisneming van de tenlastegelegde feiten.
De officier van justitie is ontvankelijk en er zijn geen redenen tot schorsing der vervolging.
3. De bewijsbeslissing
De kantonrechter acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder 1. en 2. is ten laste gelegd.
De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Motivering van de vrijspraak
Hier staat de vraag centraal of verdachte het bepaalde in artikel 5 van het Reclamebesluit geneesmiddelen heeft overtreden. In geen van de telastegelegde publikaties wordt het geneesmiddel Zyban met name genoemd; er wordt slechts verwezen naar de website van verdachte, en voorts wordt het publiek aangespoord om naar de huisarts te gaan als men ècht wil stoppen met roken.
Voor zover het publiek via de website van verdachte doorverwezen wordt naar de Zyban informatielijn, is evenmin komen vast te staan dat er via die lijn verboden reclame -als bedoeld in het Reclamebesluit geneesmiddelen- voor Zyban wordt gemaakt.
Zoals verdachte ter zitting heeft toegelicht wordt aan personen, die het middel reeds -door de huisarts- voorgeschreven hebben gekregen, desgevraagd algemene informatie verstrekt ter ondersteuning van hun gebruik, en worden anderen verwezen naar hun huisarts. Niet is gebleken dat er daarbij sprake is van verboden wervende activiteiten van verdachte.
4. DE BESLISSING
De kantonrechter beslist als volgt:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte de onder 1. en 2. ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Geertsema, bijgestaan door P.G.C. van Hemert als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van de kantonrechter in dit kantongerecht van 6 juli 2000.