ECLI:NL:HR:2025:935
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerder arrest van de Hoge Raad met betrekking tot belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juni 2025 het verzoek om herziening van een eerder arrest, ECLI:NL:HR:2024:1564, beoordeeld. Dit verzoek was ingediend door [X] en betrof een zaak die eerder op 1 november 2024 was behandeld. De Hoge Raad heeft het verzoek om herziening onderworpen aan een ontvankelijkheidsbeoordeling. De procureur-generaal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om een advies uit te brengen over de ontvankelijkheid van het verzoek. Na zorgvuldige overweging is de Hoge Raad tot de conclusie gekomen dat het verzoek om herziening duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is openbaar uitgesproken en is gewezen door de raadsheer E.F. Faase als voorzitter, samen met de raadsheren P.A.G.M. Cools en F.G.F. Peters, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.