ECLI:NL:HR:2025:752

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 mei 2025
Publicatiedatum
15 mei 2025
Zaaknummer
24/04834
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking inzake beklag ex art. 5.4.10 Sv na beslag op geldbedrag en gegevensdragers

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, waarin een beklag is ingediend door de klager na een beslag op geldbedragen en gegevensdragers. De klager, geboren in 1981, heeft een beroep gedaan op zijn verschoningsrecht in het kader van een Europees onderzoeksbevel van Belgische autoriteiten, die hem verdenken van deelname aan een criminele organisatie. De Hoge Raad heeft de vraag behandeld of de rechtbank de zaak had moeten verwijzen naar de raadkamer, omdat de inhoudelijke argumenten van de klager niet in de beslissing over de inbeslagname zijn meegenomen. Daarnaast werd de vraag gesteld of de rechtbank zich kon uitlaten over de inbeslaggenomen goederen zonder kennis te nemen van hun inhoud, en of de motivering van de ongegrondverklaring van het beklag voldoende was. De Hoge Raad heeft de klachten van de klager beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen op 20 mei 2025.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/04834 Br
Datum20 mei 2025
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 27 november 2024, nummer RK 23/027563, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 5.4.10 in samenhang met artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft de advocaat A.A. Franken bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De raadsman van de klager heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
20 mei 2025.