Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
22 april 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 april 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De verdachte was betrokken bij de invoer van 250 kg cocaïne en had een vuurwapen en munitie in zijn bezit. Tijdens de procedure werd er een geschil over een geheugenkaartje dat in beslag was genomen. Het hof had geen beslissing genomen over dit geheugenkaartje omdat het niet op de beslaglijst stond vermeld. De Hoge Raad oordeelde dat er aanwijzingen waren dat het geheugenkaartje inderdaad in beslag was genomen en dat het hof daarom een beslissing had moeten nemen. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof voor zover het ging om het geheugenkaartje en de opgelegde gevangenisstraf. Tevens werd de gevangenisstraf verminderd van 51 naar 49 maanden. De zaak werd terugverwezen naar het gerechtshof Den Haag voor een nieuwe beslissing over het geheugenkaartje. De advocaat-generaal had eerder geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak, wat de Hoge Raad in dit geval volgde. De redelijke termijn van de procedure was overschreden, wat ook leidde tot de vermindering van de straf.