ECLI:NL:HR:2025:626

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 april 2025
Publicatiedatum
17 april 2025
Zaaknummer
23/01748
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard na teruggave auto aan klager

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door de klager, die zijn auto terugvorderde na een ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. De rechtbank Gelderland had op 13 april 2023 een beschikking gegeven op een klaagschrift van de klager, waarin het beslag op zijn auto werd besproken. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft op 22 april 2025 geoordeeld dat het cassatieberoep niet in behandeling kan worden genomen. Dit is gebaseerd op de conclusie van de advocaat-generaal, die stelt dat de beslissing omtrent het beslag in het strafvonnis, waarbij de auto aan de klager is teruggegeven, betekent dat de klager geen belang meer heeft bij het beroep tegen de beschikking waarin zijn beklag ongegrond is verklaard. De Hoge Raad heeft de klager dan ook niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/01748 B
Datum22 april 2025
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland van 13 april 2023, nummer RK 23/001954, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft de advocaat M. van Viegen bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het cassatieberoep.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad kan het cassatieberoep van de klager niet in behandeling nemen. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren C.N. Dalebout en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
22 april 2025.