ECLI:NL:HR:2025:609
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 april 2025 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van [X] B.V., vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven, tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 november 2024. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht niet is voldaan, ondanks dat de griffier van de Hoge Raad belanghebbende op 22 januari 2025 heeft gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en een termijn van vier weken heeft gesteld voor betaling. De griffierecht is niet betaald, en belanghebbende heeft ook geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op het bericht dat op 4 maart 2025 in het digitale dossier is geplaatst. Hierdoor heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moet worden verklaard op grond van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is openbaar uitgesproken op 17 april 2025.