Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
15 april 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door de klager, die in verband met een beslag op hesjes van een motorclub betrokken is. De klager is geboren in 1966 en heeft een klaagschrift ingediend tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 13 maart 2023. De advocaat J.J.J. van Rijsbergen heeft namens de klager cassatiemiddelen voorgesteld. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft op 15 april 2025 geoordeeld dat het cassatieberoep van de klager niet in behandeling kan worden genomen. Dit is gebaseerd op de conclusie van de advocaat-generaal, waarin wordt gesteld dat de klager geen belang meer heeft bij het cassatieberoep, omdat hij heeft verklaard eigenaar te zijn van de inbeslaggenomen hesjes en onvoorwaardelijk afstand heeft gedaan van deze hesjes. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook niet-ontvankelijk verklaard.