ECLI:NL:HR:2025:448

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 maart 2025
Publicatiedatum
21 maart 2025
Zaaknummer
23/03993
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over vrijspraak in verkrachtingszaak met bewijsproblemen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 maart 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 3 oktober 2023. De verdachte, geboren in 1995, was in eerste aanleg vrijgesproken van verkrachting, wat leidde tot een beroep in cassatie. De advocaat van de verdachte, B. Kizilocak, heeft cassatiemiddelen ingediend, waarin geklaagd werd over de bewezenverklaring. De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie leiden. De redenen hiervoor zijn uiteengezet in de conclusie van de advocaat-generaal. De Hoge Raad heeft onder andere vastgesteld dat het hof een kennelijke misslag heeft gemaakt door de woorden "tijdens die avond/nacht" in de bewezenverklaring te laten staan, maar dat dit verbeterd kan worden gelezen. Ook is geoordeeld dat de verklaring van de getuige geen ontoelaatbare gissing bevatte en dat het oordeel van het hof over het bewijsminimum niet onbegrijpelijk was. De discrepanties in de verklaringen van de aangeefster zijn niet van dien aard dat ze het oordeel van het hof in twijfel trekken.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de vrijspraak in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/03993
Datum25 maart 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 3 oktober 2023, nummer 22-000663-23, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft B. Kizilocak, advocaat in Rotterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

2.1
De cassatiemiddelen klagen over de bewezenverklaring.
2.2
De cassatiemiddelen leiden niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
25 maart 2025.