Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
25 maart 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 maart 2025 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 29 april 2024. De verdachte, geboren in 1975, was betrokken bij een dodelijke steekpartij in 2022 in Beverwijk, waarbij hij meermalen met een mes in de buik, hart en lies van zijn buurman stak. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen slagen. De procureur-generaal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om een advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president M.J. Borgers als voorzitter, samen met de raadsheren C.N. Dalebout en F. Posthumus, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.