ECLI:NL:HR:2025:407

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 maart 2025
Publicatiedatum
14 maart 2025
Zaaknummer
24/00285
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van doodslag tijdens woningoverval met mes

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 maart 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 25 januari 2024. De verdachte, geboren in 2001, was betrokken bij een woningoverval waarbij hij samen met medeverdachten een mes gebruikte. De verdachte werd vrijgesproken in eerste aanleg, maar het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was voor medeplegen van doodslag. De Hoge Raad oordeelde dat de overwegingen van het hof toereikend waren voor de bewezenverklaring van medeplegen doodslag. De verdachte had voorwaardelijk opzet op de doodslag en had een significante bijdrage geleverd aan de overval door samen met medeverdachten naar de woning van het slachtoffer te gaan, een mes op te halen en dit aan een medeverdachte te geven. Het hof concludeerde dat de rol van de verdachte in de voorbereiding en uitvoering van de overval voldoende was voor het aannemen van medeplegen. De Hoge Raad verwierp het cassatiemiddel, omdat de redenen van het hof en de advocaat-generaal voldoende waren om de bewezenverklaring te handhaven.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/00285
Datum18 maart 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 25 januari 2024, nummer 22-002123-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2001,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft G. Spong, advocaat in Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de bewezenverklaring van de onder 1 tenlastegelegde doodslag.
2.2
De bewezenverklaring, de bewijsvoering en de kwalificatie zijn weergegeven in de uitspraak van het hof, die is gepubliceerd op rechtspraak.nl onder ECLI:NL:GHDHA:2024:97.
2.3
Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 2.2 tot en met 2.8.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
18 maart 2025.