ECLI:NL:HR:2025:39
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 januari 2025 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie ingesteld door [X] B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 19 juni 2024. Het beroep in cassatie werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was voldaan. De griffier van de Hoge Raad had de indiener van het beroepschrift op 6 september 2024 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor betaling. Ondanks dat de brief op het opgegeven adres was afgeleverd, werd het griffierecht niet betaald. Op 8 oktober 2024 kreeg de indiener opnieuw de gelegenheid om te reageren op het niet betalen van het griffierecht, maar ook hier werd geen gebruik van gemaakt. Hierdoor kon de Hoge Raad niet anders dan het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren op grond van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.