ECLI:NL:HR:2025:38
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 januari 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, aangeduid als [X]. Dit beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 28 juni 2024, waarin het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank van 29 februari 2024 werd behandeld. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Rechtbank niet kunnen slagen. Gezien de omstandigheden heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door de vice-president J.A.R. van Eijsden, samen met de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.