Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
11 maart 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 maart 2025 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 februari 2024. De verdachte, geboren in 1997, was betrokken bij een incident op oudjaarsavond in 2020, waarbij een giertank gevuld met 5 kilogram carbid werd ontstoken in het centrum van Joure. Dit leidde tot schade aan omliggende panden, wat onder artikel 157.1 van het Wetboek van Strafrecht valt. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat J. Boksem uit Leeuwarden. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen slagen. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan in samenhang met de zaken 24/00579 en 24/00613.