Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
18 maart 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag, waarin de verdachte is veroordeeld voor medeplegen van diefstal met geweld en diefstal met valse sleutel. De feiten vonden plaats in 2022 in Leiden, waar een gewelddadige woningoverval heeft plaatsgevonden. De verdachte heeft in cassatie dertien standpunten naar voren gebracht over de bewijsvoering, waarbij hij betoogt dat het hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom hij als medepleger is aangemerkt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen niet tot cassatie leiden. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad volgt deze conclusie. Het hof heeft voldoende gemotiveerd dat de verklaringen van de aangever geloofwaardig zijn en dat de verdachte niet kan worden vrijgesproken op basis van de door hem aangevoerde omstandigheden. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van het hof.