Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
18 februari 2025.
Hoge Raad
Op 18 februari 2025 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, gedateerd 9 november 2023. De zaak betreft een beroep in cassatie ingesteld door de verdachte, geboren in 1975. De verdachte werd vertegenwoordigd door advocaat F.H.J. van Gaal, die een cassatiemiddel heeft ingediend. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst van deze beoordeling was dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad heeft in zijn oordeel geen verdere motivering hoeven geven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de uitspraak van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is gewezen door vice-president M.J. Borgers, samen met raadsheren M. Kuijer en T. Kooijmans, in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Schnetz.