ECLI:NL:HR:2025:25

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 januari 2025
Publicatiedatum
3 januari 2025
Zaaknummer
23/01803
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid hoger beroep na veroordeling t.z.v. diefstal

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 januari 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 24 april 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1996, had hoger beroep ingesteld tegen een veroordeling voor diefstal. Het hof had de verdachte echter niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep, omdat het hof ervan uitging dat er geen schriftuur met grieven was ingediend door of namens de verdachte. Dit leidde tot een vernietiging van de uitspraak van het hof en een terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam.

De advocaat van de verdachte, M.C. Pedrotti, had een cassatiemiddel ingediend, waarin werd betoogd dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat er geen grieven waren ingediend. De advocaat-generaal, D.J.M.W. Paridaens, concludeerde dat het hof inderdaad ten onrechte had geoordeeld en dat de niet-ontvankelijkverklaring onterecht was. De Hoge Raad oordeelde dat het hof niet had gelet op de grieven die waren ingediend via een e-mailbericht van de raadsvrouw aan de strafgriffie van het hof, dat op de avond vóór de rolzitting was verzonden.

De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak terugverwezen naar het gerechtshof Amsterdam, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht. Dit arrest benadrukt het belang van zorgvuldige behandeling van ingediende stukken en de noodzaak voor de rechter om alle relevante informatie in overweging te nemen bij het nemen van beslissingen over ontvankelijkheid in hoger beroep.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/01803
Datum7 januari 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 24 april 2023, nummer 23-000151-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M.C. Pedrotti, advocaat in Hoorn NH, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel keert zich tegen de niet-ontvankelijkverklaring door het hof van het door de verdachte ingestelde hoger beroep.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
7 januari 2025.