Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
9 december 2025.
Hoge Raad
Op 9 december 2025 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 23/04311. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 30 oktober 2023 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1986, had beroep ingesteld, maar er zijn geen cassatiemiddelen ingediend door zijn advocaat. De advocaat-generaal V.M.A. Sinnige heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het ingestelde cassatieberoep. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de wet voorschrijft binnen welke termijn een advocaat een schriftuur met cassatiemiddelen moet indienen. Aangezien aan deze verplichting niet is voldaan, kon de Hoge Raad het beroep van de verdachte niet in behandeling nemen. De Hoge Raad heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder wordt behandeld. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.