Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
5.Beslissing
9 december 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 24 november 2023. De verdachte, geboren in 1991, had beroep ingesteld tegen de beslissing van het hof. De advocaat E.E.W.J. Maessen heeft namens de verdachte cassatiemiddelen voorgesteld, terwijl de advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de bestreden beslissing van het hof niet in het openbaar is uitgesproken, zoals vereist volgens artikel 362 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering. Dit gebrek is door de Hoge Raad erkend, en daarom heeft de Hoge Raad besloten om zelf de beslissing van het hof op de openbare terechtzitting uit te spreken. De Hoge Raad heeft ook de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot vernietiging van die uitspraak. Tevens heeft de Hoge Raad ambtshalve beoordeeld dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep is overschreden, maar heeft besloten dat hieraan geen rechtsgevolg verbonden hoeft te worden. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.